MBC 2011 "De natte versie"
Editie 4, 19 juni 2011
10 deelnemers, 3 uitvallers
Mark, Richard, Ger, Tom, Nico, Anton, Marc, Edward, Jan-Joost, Corné
Volgauto: Cor
Tekst: Ger
Om ons nog steeds niet nader opgehelderde redenen vond Mark het dit keer nodig om de MBC in juni te verrijden. Meer kans op mooi weer kon ik me van vorig jaar herinneren. Hoe dan ook, hij koos dit jaar voor zondag 19 juni. En laat dat nou precies een zondag zijn waarop de weergoden hadden besloten de hemelsluizen wagenwijd open te zetten. Als het aan mij had gelegen hadden we een weekje gewacht, maar nee, van vooral Tom moest en zou er nu in de Ardennen gefietst worden. Een koers moet immers onder alle omstandigheden gereden worden. Hij zette zelfs Nietzsche als ultieme troefkaart in. Daarmee was het pleit beslecht.
Met zijn tienen gingen we naar Winamplanche, de inmiddels klassieke vertrek- en aankomstplaats vlakbij Spa. Ik slaagde er daar in om bij het oppompen van mijn bandjes de pomp vast te klinken aan mijn ventiel en deze daarna alleen maar met het nodige trekwerk weer los te krijgen, waarop het ventiel uitscheurde en een nieuw bandje monteren. De eerste malheur met mijn vers aangeschafte Specialized. Enfin met 15 minuten vertraging en dito tijd kleumen voor mijn fietsgenoten, graag gedaan jongens, konden we dan toch op weg. Op de eerste helling, de Côte de Desnie, konden de afgekoelde spiertjes weer worden opgewarmd.
Wie waren er allemaal? Naast wat oude bekenden ook nieuwe fietsbeesten. Jan-Joost en Corné, twee polderstampers uit de Leliestraat. Richard, dit keer zwaar (door zijn eigen bedrijf) gesponsord en in training voor de beklimming van Alpe d’Huez (het record van Marco Pantani moest en zou uit de boeken gaan). Twee in het zwart (altijd verdacht) geklede mannen uit het Noorden, Marc en Edward, amateurs in ruste. Good old Anton, dit keer met een nieuw verzet en vastbesloten verder te komen dan vorig jaar. Nico, onze nestor dit keer, daarmee meteen outsider voor het winnen van ‘het Ouderenklassement’.
Daarnaast Tom, die een aantal voorbereidingskoersen had gereden, waaronder de klassieker Elsloo-Vaals-Elsloo. En uiteraard onze Managing Director by cycling around, Mark, tevens auteur van het boek ‘Fietsen met twee vingers in de neus’. Met hem zou vandaag niet gespot worden, want dit keer was hij degelijk voorbereid, waarvan akte. En ondergetekende met een speciaal voor deze dag opgevoerde ‘Specialized’, in de polder regelmatig gelost, maar hier in de Ardennen beter in mijn element…..hoopte ik. Cor was dit jaar ook present, warm en vooral droog in zijn ook al opgevoerde Japanner. Dan kunnen we het nog hebben over wie er niet bij waren, wie wel zou meegaan, maar toch weer niet kon of geen zin had….. Laten we dat maar niet doen, dit epistel mag niet te lang worden.
De eerste beklimming en vooral afdalingen (nog belangrijker) lagen er droog bij. De zon liet zich zelf af en toe zien. Maar veel warmer dan 15 graden was en werd het niet. Regenjasjes aan of uit of toch maar weer aan? Via Stoumont naar de Côte de Rahier, regenjasje aan en weer uit. Het lange vals plat, (mag het een procentje meer zijn?) naar Trois Ponts van daaruit de klim van de Côte d'Aisomont. Een mooie graadmeter, ging niet slecht, maar Mark en Richard staken er met kop en schouders bovenuit.
Na een waardeloze (want gevaarlijke) afdaling van de Wanne naar Stavelot hoopten we op koffie van onze koersdirecteur. Maar die wilde door. De achterstand op het tijdschema moest worden ingelopen, anders zouden we allemaal uit koers worden genomen (artikel 25a van het reglement van de MBC).
In de beklimmingen was de pikorde snel vastgesteld. Richard op een, Mark op twee, Edward en ik op een gedeelde derde plaats, gevolgd door Jan-Joost, Tom, Corné en Nico en achteraan Marc en Anton. Diens nieuwe kransjes leken toch niet echt te helpen. Maar zo gauw liet hij zich niet verschalken. Ook op de Haute Levée kwam Anton goed boven. Toen daarna het beest van de dag opdook (Le Rosier), duidelijk de langste klim, was het echter over en uit. Bovenaan de klim besloten hij, Marc en Edward de spreekwoordelijke pijp aan Maarten te geven. Marc had last van een hamstring en Edward dacht ‘dan is nu ook mijn tijd gekomen’. Anton vond het ook mooi geweest en was op. Helaas dus weer niet gelukt voor Anton. Komt er nog een volgende keer?
Het was intussen gezellig nat geworden. Met z’n zevenen gingen we in razende vaart naar beneden. De regen werd natter en natter, waarop we uiteindelijk besloten onder aanvoering van Jan-Joost een bushokje op te zoeken. Na een kwartier was het ergste voorbij, dachten we tenminste. Op naar de beklimming van de Côte de Brume. Daar hadden de weergoden echter nog meer nat in petto ##**:-((# etc……Corné had het te kwaad. De verkramping had toegeslagen. Cor wilde zijn massagetafel al uitklappen, maar Corné zette door.
Mark werd daarna gesmeekt de Côte de Werbomont uit de koers te halen. Daar waar hij normaal gesproken geen genade kent, zwichtte hij dit keer. Dat scheelde toch weer. Maar daar hadden de weergoden iets op bedacht. Het discutabele besluit werd genadeloos afgestraft met nog meer onstuimige regenval. Schuilend onder een boom (en de koersdirecteur onder de paraplu bij Cor) wachtten we tot het ergste voorbij was. Na een lang stuk vals plat (met Cor in zijn ploegleiderswagen achter ons aan rijdend en een hele sliert Belgische auto’s daar weer achter), konden we ons opmaken voor de slotklim, La Vecquée. Vooraan waren Mark en Richard niet te volgen. Ik eiste voor mezelf een derde plaats op, gevolgd door de adelaars uit de polder, hier toch wat minder vliegend, Tom, Nico, Jan-Joost en Corné. Gelukkig lag de afdaling naar Winamplanche er droog bij. Als waardige afsluiting begon het daar flink te regenen na aankomst en de koerskleding ging uit in de auto van Anton. In de friterie bij Aywaille zaten we droog en zowaar scheen daar de zon.