Home / Fietsen / MBC

MBC 2010

Editie 3, 19 september 2010
6 deelnemers, 1 uitvaller
Mark, Ger, Tom, Nico, Rien, Anton
Volgauto: nvt
Route: nog zonder de Côte de Rahier

Tekst: Ger

Wel of geen MBC dit jaar, dat was de grote vraag die ons de hele zomer bezighield. In deze tijden van bezuinigingen en het verdwijnen van veel grote wielerkoersen van de internationale kalender was het lang onduidelijk of er nog een geldschieter zou opstaan om deze helse onderneming financieel te ondersteunen. Na herhaaldelijk aandringen en navragen bij de naamdrager van de MBC kregen we toch een ‘go’ en wel op 12 september! Dat werd nog een week verlaat in verband met overmatige regenval op de geplande zondag. Geldschieters waren niet gevonden, daarom was de volgwagen weggesaneerd.

Maar wat overbleef mocht er desalniettemin best zijn. Een goede organisatie en toch weer zes deelnemers met materiaal wat weliswaar niet helemaal van deze tijd was, maar wel in goede staat. Vooral droog weer, zo waar niet onbelangrijk. Alles goed en wel: een regenbuitje valt nog wel te verteren, maar veel meer moet het niet worden, zo zijn we dan ook wel weer.

Om 9.40 uur stonden we in Winamplanche, lokale liefhebbers stonden ons op te wachten en probeerden in het Waals een praatje met ons aan te knopen. Met zes man dus. Nico, die vastbesloten was de MBC dit jaar wel uit te rijden, Tom, zou het wel even op zijn loopconditie doen, Anton, in april nog een prachtige retrofiets gekocht, Mark uiteraard, slecht voorbereid, want geen zin om te trainen, Rien op het laatste moment in een opwelling besloten mee te gaan en ikzelf voor mijn doen veel getraind want te geblesseerd om hard te lopen. Ultieme doel: er door mijn zwagers bergop niet te worden afgereden.

Traditiegetrouw begonnen we bij een frisse 10 graden aan de klim richting Stoumont, de Côte de Desnie, om maar alvast even de krachtverhoudingen bloot te leggen. Anton, met een verzet dat prima zou volstaan om een rondje Heusden mee te rijden en de brug bij het gelijknamige stadje mee te beklimmen, maar duidelijk iets minder geschikt voor de hellingen in de Ardennen, had het bijzonder zwaar. De afdaling was met deze temperatuur overigens geen sinecure, iedereen was jaloers op het jasje van Rien.

Vervolgens kwam ons de ‘Cyclosportive Christoph Brandt’ – een ooit gedrogeerde wielerprof (welke prof trouwens niet?) – tegemoet; dat ging hard. Wij mochten van onze leidsman niet zo te keer gaan, alsof we dat al wilden, laat staan konden. Alleen bergop mochten we doortrekken (artikel 19a van het reglement van de MBC). Hellingen waren er genoeg.

Anton kreeg het zwaarder en zwaarder. Tom en Rien deden het in hun eigen tempo. Ja, begon Rien al langzaam spijt te krijgen van zijn opwelling om met overbuurman Nico “even” in de Ardennen te gaan fietsen? Hij bezwoer van niet. Via Trois Ponts begonnen we aan de Côte d'Aisomont. Lang, maar niet super steil. Anton zal daar zeker een andere mening over hebben gehad, maar ook hij kwam zwoegend boven. Via de Wanne vervolgens steil naar beneden, geen echt fijne afdaling. Mark kon maar tenauwernood een auto ontwijken en slipte met zijn achterwiel voor de auto langs, ikzelf kreeg in de gaten dat mijn remblokjes aan vervanging toe waren. Gelukkig kwamen we heelhuids beneden.

Via kasseitjes belandden we op een “gemotoriseerd” terras. Voor de gewone stervelingen was er koffie, Rien schoof aan voor een heuse lunch. Nu we dit jaar onze volgwagen moesten missen was veel anders, maar ook veel weer niet. Zo hadden W-Cups wederom hun intrede gedaan, zo waar smaakten ze dit keer en smolten de tanden niet meteen weg onder het suikergehalte van de drankjes. Kijken wat de tandarts er over een paar maanden van zal zeggen.

Na de pauze wachtte al snel de Côte de Haute Levée en daarna Le Rosier. Die laatste was er voor Anton te veel aan. Waar Nico vorig jaar zijn Waterloo vond kwam Anton weliswaar op karakter boven, maar zag daar in, dat verder rijden geen optie meer was. Hij sloeg rechtsaf richting Spa. Rien vooral was daar niet blij mee. Hij was bang dat bovenaan de hellingen in het vervolg op hem gewacht zou moeten gaan worden. Nou dat viel mee. Op de Côte de Brume (wat een lange klim was dat) hadden we het allemaal moeilijk. De kilometers wogen door. Erg warm was het bovendien niet meer. Niet erg ver meer, dachten we. Maar dat was buiten onze ‘chef-course’ gerekend, die joeg ons nog de Côte de Werbomont op en liet ons nog omrijden via Lorcé.

Alsof dat nog niet genoeg was via het vals plat richting Stoumont en de traditionele slothelling, La Vecquée. Daar gingen Mark en ik gelijk op (hoezo had die gozer niet getraind?). Hij bleef eraan hangen, ook als ik even op de pedalen ging staan. Uiteindelijk kwamen we samen boven en joeg hij op het vals plat door. Lag ik er toch nog af. In de lange afdaling (60 tot 75 kilometer per uur) scheelde het niet veel of ik had nog een hond tussen de wielen gehad. Het hart klopte in mijn keel.

In Winamplanche ontwaakte Anton uit zijn middagslaapje in zijn lekker warme Prius en druppelde daarna iedereen binnen. Nico had zijn missie volbracht, Tom had het ook knap volgehouden en Rien was ook in deze afdaling lekker op temperatuur gebleven in zijn warme jack. De strijd was gestreden! 120 Kilometer stond er op de teller, dat was aanzienlijk meer dan vorig jaar. Dat moest beloond worden met een mooie trofee. Goed gedaan mannen. Volgend jaar nog 20 kilometer erbij?

Op naar de friterie in Remouchamps. Die had een heuse gedaanteverandering ondergaan sinds vorig jaar, maar ja, wat wil je ook als de MBC ieder jaar een bezoek brengt.