Home / Fietsen / Cyclo's

Marmotte 1998 #cyclo

Route

175 km, 5000 hoogtemeters
1835e van 1881, 692e van 706 (Brons) in cat. D (heren 30-39 jr.), 12:23:15, 14 km/u
Eerste cyclo, koortsaanval, bijna laatste!

Het moest er een keer van komen: de tocht der tochten, moeder van alle zelfkastijding, 5000 hoogtemeters over 175 kilometer met 60 klimkilometers, 4 cols waarvan 3 van de buitencategorie, finish op l'Alpe d'Huez, superlatieven tekort....de cyclo Marmotte moest en zou gefietst worden.

Samen met Ger toog ik richting Frankrijk. De reis voorspelde echter niet veel goeds: ik zat rillend van de koorts in de auto. Waarschijnlijk had ik enkele dagen daarvoor iets opgelopen. De consequentie hiervan zou zich later openbaren...

We waren slechts enkele dagen ervoor vertrokken en hadden daarom niet zoveel tijd om ons in te rijden in de bergachtige omgeving. We kwamen er wel al snel achter dat ons trainingskilometrage (2000) ten opzichte van andere fietsers, niet zoveel voorstelde. De meesten hadden het dubbele of nog meer onder de wielen weggereden!

De eigenaar van de camping in Bourg d'Oisans waar we op zaten ('Le Colporteur'), had de tocht zelf ook al meerdere malen gefietst, er heerste dan ook een typisch fietssfeertje, zeker met al die 'Ollanders die in grote getale mee zouden rijden: je komt ze ook overal tegen...

Om je in te mogen schrijven hadden de organisatoren uit puur sadisme het inschrijvingskantoortje bovenop de Alp gezet. De meesten waren niet al te flauw en pakten de fiets, dus wij ook. Al gauw bleek dat de kracht die ik normaal gesproken in de benen heb, op geen enkele manier aanwezig te zijn. Op mijn laatste krachten zou ik boven komen, en dan te bedenken dat in de echte tocht eerst nog 160 letterlijk hoogstaande kilometers gereden zouden moeten worden voordat we uiteindelijk losgelaten zouden worden voor deze beklimming. Dat ging de vorige keer net wat beter!

Veel verder dan chagrijnig voor de tent zitten kwam ik de dagen daarna niet, met angst en beven de start van de tocht afwachtend.

De tocht
4 Juli was eindelijk aangebroken. Van onze overbuurman, Chateau d'Ax, hadden we begrepen dat we vanaf half acht in groepen van zo'n 500 man zouden starten. Aangezien we een vrij hoog startnummer hadden, konden we uitslapen. 's Morgens konden we onze zenuwen niet bedwingen en zijn rond kwart voor acht toch maar vertrokken. Wie schetste onze verbazing toen we zagen dat er niemand meer op de startplaats aanwezig was! Het devies was nu: als een speer starten en zoveel mogelijk mensen inhalen. Dat was op zich wel het voordeel van te laat starten: je kon zelf niet of nauwelijks ingehaald worden.

De eerste beklimming naar de Croix de Fer (2068 m) over 20 kilometer, heb ik op de reserve van de reserve gereden. Ger moest ik al snel loslaten. Tot overmaat van ramp ging mijn crank nog los, een gevolg van het feit dat ik tijdens de afdaling van Alpe d'Huez doorgetrapt had in een bocht en met mijn trapper de grond geraakt had. Gelukkig was er op de top een materiaalpost en spoedig storte ik me naar beneden voor een afdaling van zo'n 30 km.

Tijdens het vlakke stuk van St.Jean de Maurienne naar St.Michel de Maurienne was het zaak met een groepje mee te rijden waarin je je wat kon verschuilen, er stond namelijk nogal een hevige tegenwind.

Bij de eerste kilometers van de Telegraph (1570 m) werd al snel duidelijk dat het een lijdensweg zou worden. Meerdere malen moest ik van de fiets om even bij te komen, ondanks het feit dat deze col niet als noemenswaardig zwaar te boek staat, ondertussen bedenkend wat voor helletocht het zou worden of misschien al was.

Eenmaal boven, een kleine afdaling naar Valloire (1470 m) en daarna de beklimming van een van de hoogste cols in de Alpen, de Galibier (2642 m). In mijn herinnering van de voorgaande beklimming van de Galibier in 1989, was het eerste stuk vals plat maar niets bleek minder waar. Ik kwam gewoonweg niet vooruit. Op het zwaarste gedeelte, na de bocht rechtsaf over het bruggetje, heb ik meerdere keren vertwijfeld mijn opties overwogen: die waren er niet, ik moest de Galibier over omdat aan die kant Bourg d'Oisans lag.

Eenmaal boven vergreep ik mij aan een W-Cup'je waarmee de energie in theorie naar mijn benen zou stromen. De enige gedachte die in mij opkwam in de afzink naar Bourg d'Oisans was dat het fijn was dat er geen beklimming meer zou volgen: l'Alpe d'Huez zou ik laten liggen zoals die was. Maar...op miraculeuze wijze ben ik tijdens die afdaling hersteld geraakt, op zodanig wijze dat ik de laatste beklimming toch aandurfde. Ik werd hierin gesterkt door de conversatie met een andere Nederlander die de tocht 5 jaar eerder had gefietst, maar voortijdig was afgestapt. De tussenliggende jaren waren mentaal bijzondere pijnlijke en hij was teruggekomen om het karwei af te maken: "Al ga ik kruipend naar boven, boven kom ik".

De laatste loodjes. Vol goede moed begonnen aan de beklimming van l'Alpe d'Huez (1880 m) met z'n 21 bochten begonnen. In het begin ging het niet eens echt slecht, beter dan de voorgaande keer, enkele dagen ervoor. Gaandeweg werd het toch steeds zwaarder, maar de finish lonkte.

Bovenaan gekomen werd iedere deelnemer verwelkomt door een applaudiserend en joelende menigte waardoor je in een roes de laatste honderden meters aflegt. Mooi sportvolk die Fransen.

Epiloog
Blij als ik was dat ik de tocht überhaupt had volbracht en toch maar weer iets van de zgn. bucket-list kan afstrepen (Marmotte uitrijden), tevreden kon ik niet zijn over mijn tijd: 12:23. Wel is gebleken hoever je op louter karakter kunt komen. Ger heeft knap zilver gehaald in 9:44. Ik kom nog zeker een keer terug om wel een behoorlijke tijd te rijden en werkelijk te laten zien wat ik kan.