Eddy Merckx 2002 #cyclo
175 km, 3400 hoogtemeters
193e van 873, 85e van 370 (Zilver) in cat. D (heren 35-45 jr.), 6:30:23, 27 km/u
Inzinking, op 23 s na, het onmogelijk geachte goud
Hij is weer volbracht, deze zwaarste cyclo van de Benelux. De vraag rijst zelfs of het niet zonder meer de zwaarste cyclo is. Dit omdat, in vergelijking tot bijvoorbeeld de Marmotte waar je weliswaar zeer lange beklimmingen hebt (20-30 km), deze bijzonder regelmatig zijn en bovendien nooit echt steil zijn waardoor je in een constant ritme kunt klimmen, de Eddy Merckx zich daarentegen kenmerkt tot een onophoudelijk afwisselen van klimmen en dalen, de vlakke stukken zijn voor het grootste deel niet aanwezig. Bovendien, zeer regelmatig moet er 20% overwonnen worden, dit in afwisseling van stukken van 10 of 15%: dit sloopt!
Aangezien het vorig jaar niet zo heel goed verlopen was met een uitslag ergens in de middenmoot nadat ik eerst op de Thier de la Cognée de man met de hamer tegenkwam en op de Roche-à-Frêne volledig instortte door de meest dramatische hongerklop tot nu toe in mijn wielerloopbaan, was het nu tijd voor een revance.
De training had ik anders aangepakt, veel langere ritten (100+ km) en ook het eten deed ik anders. De avond tevoren een flinke pastamaaltijd en 's morgens zoveel krentenbollen en stroopwafels eten dat je bijna moet overgeven. Tijdens de rit: de gebruikelijke W-Cup'jes aangevuld met vast voedsel, stroopwafels. Uiteindelijk is hiermee de hongerklop gelukkig uitgebleven.
Het triumviraat van Richard, Ger en ikzelf dat ook aan de Fiets Challenge had meegedaan, was nu ook hier weer present. Richard en ik waren op vrijdag iets vroeger vertrokken, Ger ontmoetten we bij de inschrijving in Hamoir. Na het opzetten van de tenten op de bekende camping in Comblain-au-Point, nog even de Chambralles verkennen, deze was toch iets langer en steiler dan in mijn herinnering.
De start. De volgende morgen om kwart voor acht present bij de start, samen met zo'n 1000 andere enthousiastelingen. Naar mijn gevoel stonden we te ver naar achteren, zodra het startschot was gegeven was het dus zaak om zo snel mogelijk naar voren te sprinten. Nu bleek het verschil met vorig jaar: Kon ik toen alleen maar meeliften in het kielzog van een groep (jazeker, wieltje zuigen!), nu ging ik zelf gaten dichtrijden. De ontdekking: een behoorlijk tijd (6 uur 30) kan alleen maar gerealiseerd worden indien je zélf fietst, dus op kop. Halfweg heb ik een tijd samen met iemand op gefietst die zelf eerst op kop van een groepje reed. Toen hij er genoeg van had, gaf hij demonstratief aan dat er iemand anders moest overnemen, wat ik dan ook prompt deed, anders had niemand het dus gedaan. Het wederzijds respect ging zo ver dat we uiteindelijk de groep achter ons lieten en gezamenlijk verder trokken.
Helaas toch weer een inzinking gehad en natuurlijk rond het ergste gedeelte van het parcours, namelijk de Aisomont, Stockeu en de Thier de la Cognée. Een steek in mijn zij die maar niet weg wilde gaan verhinderde dat ik op maximaal vermogen de bovengenoemde hellingen heb kunnen beklimmen. Waarschijnlijk heb ik daar die 23 seconden verloren...
In de finale werd er bijzonder hard gekoerst, ik weet niet hoe hard, want mijn teller was defect. De groep, waar ik veel kopwerk deed, fungeerde als een soort stofzuiger en slokte alsmaar renners op. Het is waarlijk een ervaring om voluit te gaan, achterom te kijken en dan een groep van 30 man als een kudde op hol geslagen paarden achter je aan te zien fietsen. De groep viel uiteindelijk uiteen zodat ik samen met drie anderen over de finish kwam, deze keer gelukkig niet op de Hittin, maar een normale, vlakke aankomst.
Ger
...had iets te weinig gefietst om een goede prestatie neer te zetten. Misschien was dit wel de laatste Eddy voor hem, wat ik wel kan begrijpen. Het gaat tenslotte om de tijd die je neerzet en als je geen tijd hebt of die er niet in kan of wil steken om te trainen, dan houdt het verhaal een heel eind op.
(Verslag Ger) Onder gestaag vallende motregen (dat gaf een vertrouwd gevoel) viel om acht uur al het startschot voor onze tweede en Richard's eerste Gran Fondo Eddy Merckx. Hamoir moest al vroeg zijn ontwaakt deze morgen. Wij ook trouwens, om zes uur moesten de spieren al worden opgewarmd volgens Richard en Mark en bovendien moesten de tenten op tijd zijn ingepakt. Goed idee, maar van dat 'tenten-inpakken' kwam niets. Alles was lekker nat van de avondlijke en nachtelijke regen en onweersbuien. Bovendien moesten we ons nog prepareren (!) en ook daar was veel tijd mee gemoeid.
De start. Zo'n kilometer lang bergop hield ik Richard en Mark in het vizier, en kreeg ze pas weer terug in datzelfde vizier bij aankomst. Mark voldaan, toen nog niet beseffend dat hij Goud op 23 seconden na gemist had, en Richard wel lachend, maar eigenlijk ook weer niet. Hij had de koers niet kunnen uitrijden, vanwege lekke banden en ander malheur. Daar tussenin zaten 180 km. (volgens mijn teller) van klimmen en dalen over allerlei soorten wegen, al dan niet verhard.
Na de openingsklim, te beginnen met de Chambralles na 23 km., bekend van de profeditie van L.B.L. Een steile helling, maar omdat hij nog vroeg in de koers ligt, ondanks zijn ongeveer 20 % op het steilste stuk, goed te doen. Via Aywaille in allerlei soorten groepjes terecht gekomen. Op de schaarse vlakke wegen van niet te onderschatten belang, bergop maakt het weinig uit en dalen doe ik liever alleen.
Zilver? Via Niaster en Xhierfomont bij de eerste bevoorrading op de Ancienne Barierre. Snel weer verder, want nu het weer begon te verbeteren kreeg ik weer hoop om binnen de zeven uur (en dus op Zilver) te finishen. Na de Stockeu (voor velen ongetwijfeld het zwarte beest) - 20% op de steilste stukken - kwam echter de inzinking. De klim naar de tweede bevoorrading (Haute Bodeux) was er een op hangen en wurgen, Achter een Lotto-renner, die ook steendood zat, kwam de top en het eten niets te vroeg. "De zilveren droom" was over.
Ik nam dus maar de tijd om me helemaal vol te proppen en onderhield me met een gevallen renner, die wachtte op de ambulance. Hij was in een natte bocht onderuit gegaan en lag bij zijn dijbeen tot bloedens toe flink open. Dat zag er niet fris uit. Hij was niet de enige, want kort daarvoor had ik zijn tweelingbroer gezien (zag er net zo gehavend uit) die ook al bij de ambulance aanklopte. Na deze lunchpauze ging het weer beter. Op de Roche-a-Frêne (hoe krijgen ze zo'n bospad verzonnen) andermaal tot het gaatje, maar daarmee was het ergste leed geleden.
Inhalen? Plotseling ging ik renners inhalen, een hele gewaarwording. Bij bestudering van het postuur van sommigen en de kleur van de kaderplaatjes werd al snel duidelijk waarom. Het bleken de recreatieve 125-rijders te zijn. Toch werd ik nog opgejaagd door een peloton dikbuiken, onder leiding van een 50-er met een fluitje. Die schande mocht niet mijn deel zijn en ik fietste ze bergop alsnog uit het wiel. De aankomst lag dit keer niet op de Hittin, maar was vlak. Jammer, want bij aankomst had ik zowaar overschot. De pasta-party lieten we dit keer voor wat hij was, want zoals gezegd was Richard niet blij en wilde snel terug naar de camping.
Richard
... had veel pech gehad. Twee lekke banden en een uur wachttijd op de komst van een mechanicien. Mentaal aangeslagen heeft hij de koers niet afgemaakt maar vanaf Ferrières binnendoor naar Hamoir gereden.
(Verslag Richard) Nou, dat was lachen... tot en met kilometer 75 ging alles redelijk lekker. Ik zat goed voorin, was wel iets te snel gestart, dus moest al snel weer wat inleveren.
Lek. Aan de voet van de Stockeu, een van de zwaarste cols van die dag, reed ik lek. Daar gaat m'n tijd, maar snel nieuw bandje erin en verder. Eenmaal weer op de fiets, bleek mijn ventiel gebroken en was dus ook mijn tweede bandje aan het leeglopen tijdens de beklimming.
Pech. Een telefoontje (tip om mee te nemen) aan de organisatie met een noodkreet om een materiaalwagen gaf me weer wat hoop, want hij zou spoedig langskomen. Echter een uur later kreeg ik dus een binnenbandje aangereikt van de mechanieker, die overigens erg vriendelijk was. Inmiddels zat ik achter de bezemwagen! Die heb ik ingehaald en nog 20 achterblijvers, tot ik een enorme slag in mijn wiel kreeg. Da's dus drie keer pech in 100 km, normaal doe ik daar een jaar over, deze dag bleek voor mij gedoemd.
Nog 70 km te gaan...echt niet, de route heb ik afgesneden en heb uiteindelijk zo'n 125 km gereden, vergeten deze dag en naar huis. Schrale troost: ik heb over 100 km, met 1750 m hoogteverschil toch nog 29,6 km/u gereden (met onvermijdelijke lange pauze). Maar ik heb de tocht niet eens officieel uitgereden!
Thier de la Cognée. Sommige wegen waren erg erg. Op een onverharde weg in het bos, zag ik 2 renners elkaar vragend aankijken: "zijn we verdwaald of moeten we echt hier naar boven?" Over een plaveisel van boomstronken bereikten we uiteindelijk de top en zagen we dat het de juiste route was.
Vlak? De hoogtemeter op mijn fietscomputer kan ik uitlezen op mijn PC. De grafiek toont enkel stijgen en dalen, van vlakke stukken heeft de 'Eddy Merckx' nog nooit gehoord.
Naschrift
Het begint steeds meer ergens op te lijken. De eerste keer op drie uur van de winnaar en nu (nog) maar een uur. Niet dat dat gemakkelijk te overbruggen is, maar toch. Ook het vorig jaar onmogelijk geachte goud op een haar na gemist en in de koers in regionen terechtgekomen waar meer dan behoorlijk gereden wordt. Richard, mentaal kapot maar fysiek ongebroken gaat samen met mij de volgende uitdaging aan, de Velomediane Claude Criquielion.