Spreekwoorden uit het zeilen
Veel hedendaagse spreekwoorden en gezegdes stammen af van het zeilen en varen, iets wat we al eeuwen doen. Hier een verzameling daarvan.
Algemeen
- Aan de ketting leggen
- Het loopt de spuigaten uit
- Iemand de loef afsteken
- Aan lagerwal raken
- De boel opdoeken
- De hoop laten varen
- In iemands kielzog varen
- Het tij is aan het keren
- Er zijn kapers op de kust
Zeilen
- Onder zeil gaan
- Alle zeilen bijzetten
- Een oogje in het zeil houden
- Er is geen mee land te bezeilen
- Bakzeil halen
- Met volle zeilen
- Ergens in verzeild raken
Koers
- De koers kwijt zijn
- Koers houden
- Een andere koers varen
- Overstag gaan
Vlag
- Onder valse vlag varen
- Als een vlag op een modderschuit
- De vlag dekt de lading niet
Klippen
- Op de klippen lopen
- Tegen de klippen omhoog
- Tussen de klippen doorzeilen
Roer
- Het roer omgooien
- Het roer in handen nemen
- Aan het roer zitten
- Het roer stevig in handen hebben
Boot
- De boot afhouden
- De boot is aan
- De boot missen
- Iemand in de boot nemen
- Buiten de boot vallen
Schip
- De schepen achter zich verbranden
- Geen twee kapiteins op één schip
- De ratten verlaten het zinkende schip
- Het zinkende schip verlaten
- Ergens het schip mee ingaan
- De wal keert het schip
- Dan moet de wal het schip maar keren
- Het schip is binnen
- Tussen de wal en het schip vallen
- Schoon schip maken
- Schipbreuk lijden
- In hetzelfde schuitje zitten
Haven
- In het zicht van de haven schipbreuk lijden
- In behouden haven zijn
Wind
- De wind uit de zeilen nemen
- De wind in de zeilen hebben
- De wind eronder hebben
- De wind van voren krijgen
- Voor de wind gaan
Vaarwater
- In rustiger vaarwater komen
- In iemands vaarwater zitten
Boeg
- Het over een andere boeg gooien
- Een schot voor de boeg
- Iets voor de boeg hebben