Home / Blog

Wielrenners zijn slimmer dan ligfietsers #fietsen

Een duikje in de wondere wereld van de ligfietser waarin hun gedachten logisch lijken maar het vaak niet zijn.

Je mag niet generaliseren, maar soms ontkom je er niet aan. Elke keer als je een ligfietser tegenkomt en je nietsvermoedend een gesprek aanknoopt, komt het er weer uit: rechtopfietsers (een benaming bedacht door ligfietsers), zoals wielrenners of eigenlijk iedere andere fietser dan een ligfietser, zijn niet slim bezig. Want met een fractie van de inspanning die een rechtopfietser levert, gaat de ligfietser immers minstens net zo hard en misschien zelfs wel harder, en uiteraard is dat een groot en onbetwist voordeel. Daarnaast is het bij een ligfiets niet mogelijk om zadelpijn te krijgen, want er zit geen zadel op! Ook rugpijn, wat bij sportieve fietsers die ver voorover gebogen zitten een veel voorkomende kwaal is, bestaat niet bij een ligfietser omdat je daar ontspannen, met rechte rug ligt.

Mij is het persoonlijk opgevallen dat ligfietsers altijd verbeten hard doorfietsen, net alsof ze moeten bewijzen dat ligfietsen altijd heel erg hard gaan. Natuurlijk is dat niet zo, als je hard wilt gaan moet je óók op een ligfiets stevig doortrappen. Ook het verhaal dat een gemiddeld getrainde ligfietser zomaar in het peloton van profrenners, laten we zeggen in de Tour de France zou kunnen meerijden zou hiervan het bewijs moeten zijn. Tegelijkertijd wordt er net gedaan alsof dat een prestatie is van de ligfietser zelf is, maar dat is het natuurlijk niet.

Op mijn vraag (als ik mild gestemd ben denk het alleen maar) waarom dan niet iedereen met zo’n fiets zou rondrijden wordt een beetje omheen gedraaid. Om het makkelijk te maken zal ik zelf het antwoord maar geven:

  1. In het verkeer is fietsen met een lage, onzichtbare ligfiets gevaarlijk: een ligfiets zo laag, met name de zogenaamde ‘low-riders’, dat deelnemen aan het gewone verkeer een hachelijke situatie wordt. Je wordt niet gezien en zelf zie je ook maar weinig. Het eerste probleem kan opgelost worden door een oranje kindervlaggetje op je fiets te monteren, al vind ik dat een zwaktebod en ziet het er niet echt professioneel uit.
  2. Je zweet je te pletter op je rug: het contactoppervlak met je rug is zo groot, dat er al snel een transpiratiestroom op gang wordt gebracht. Soortgelijke problemen heb je ook bij het dragen van een rugzak; oplossingen daarvoor zijn er legio, geen van allen werkt.
  3. Op- en afstappen niet gemakkelijk: het inklikken in de pedalen is voor sommigen al een probleem op zo’n 20 cm van de grond, laat staan op pakweg een meter hoog. Uiteraard baart oefening kunst, maar het natuurlijk evenwicht en stabiliteit van een gewone fiets is duidelijk minder aanwezig. Daardoor wordt het in drukke verkeerssituaties best wel lastig. Geoefende low-riders kunnen wel heel ‘cool’ één handje aan de grond zetten zonder de schoenen los te klikken.
  4. Een overdekte ligfiets geeft NUL verkoeling: als de ligfiets is overdekt met een aërodynamisch omhulsel, zal er geen of nauwelijks luchtstroom overblijven. Deze is nu net van essentiëel belang voor de afkoeling van het lichaam. Daarom beschouw ik fietsen als een van de plezierigste vormen van voortbewegen: je creëert je eigen wind en zo blijf je altijd lekker koel.
  5. Je kunt niet uit het zadel voor extra vermogen: als je op een racefiets zit en je komt even wat kracht tekort, kun je “uit het zadel”. Meteen heb je de beschikking over de extra kracht. Uit het zadel, dat kan je niet op een ligfiets. Natuurlijk kun je doordat je benen ingeklemd zijn tussen de ligstoel en de trappers flink kracht zetten, maar dat kan ten koste gaan van je knieën (vergelijk dat het bankdrukken met je benen).

Al-met-al, de ligfiets heeft zo zijn onmiskenbare voordelen, maar niet in het drukke dagelijkse verkeer, zo lijkt het. Als we daarbuiten kijken, lange rechte wegen zonder veel verkeer, dan kan daar het grootste voordeel van de ligfiets, namelijk de verminderde luchtweerstand uitgebuit worden. Hierdoor kan met minder vermogen dezelfde snelheid ontwikkeld kan worden als een rechtopfiets, of zo je wilt, met hetzelfde vemogen een hogere snelheid. Maar is dat dan ook áltijd een voordeel?

Bedenk het volgende: wat is de overeenkomst tussen de volgende verschijnselen. In het wiel zitten, het juiste wiel pikken, iemand uit het wiel rijden, uit het wiel gereden worden, het vormen van een kopgroep, naar de kopgroep toe springen, een jagend peloton, sleuren aan kop van het peloton, waaierrijden, op- de-kant-gezet worden, door-de-wind fietsen, eerst het-bordje-van-een-ander leegeten. Zo kan ik nog wel even doorgaan, maar het antwoord lijkt me duidelijk: het feit dat als je achter iemand anders aan fietst, je substantieel minder luchtweerstand hebt dan diegene die op kop rijdt. Zelf schat ik dat op zo’n 30 tot 40% (waarmee het eigenlijk ongelooflijk is dat je iemand uit het wiel kan fietsen). Het is niet teveel gezegd om te stellen dat dit feit de essentie van het wielrennen is!

De essentie van wielrennen is júist de luchtweerstand! Haal je die weerstand weg, dan blijft er dus niets meer van wielrennen over. Een ligfiets heeft dus geen plaats in het wielrennen.

En nu kom ik terug op het duidelijke voordeel van de ligfiets, de verminderde luchtweerstand, wat in competitieverband zowel voor de beoefenaar als de kijker zeker géén positief effect heeft. Want in de situatie dat iedere renner beschikt over een ligfiets, wel of niet overkapt, zal er nooit meer sprake zijn van een peloton en zullen alle door mij genoemde verschijnselen eenvoudigweg niet meer voorkomen. Meteen na de start zal er een lange sliert van renners ontstaan die dat waarschijnlijk vol zullen houden tot aan de streep.

Kijken naar het groeien van gras is spannender dan een ligfietswedstrijd

Voorstanders van de ligfiets of technische verbeteringen in het algemeen zullen ongetwijfeld gaan zeggen dat alleen zo de beste kan winnen. Inderdaad, maar dat is wat wielrennen juist zo interessant maakt: niet de beste wint maar alleen diegen die een ongelooflijke hoeveelheid kracht en uithoudingsvermogen kan paren aan intelligent tactisch inzicht. Dynamiek is dan ook het kenmerk van wielerwedstrijden, iets wat bijvoorbeeld van hardloopwedstrijden niet gezegd kan worden; dit laatste overigens zonder afbreuk te doen op de prestatie op zich.

Waarmee het volgende is gezegd: niet altijd is technische vooruitgang ook een zegen voor de sport. Daarom juich ik van harte toe dat met name UCI allerlei regels opstelt waaraan fietsen moeten voldoen zodat we zeker nooit zoiets als een ligfietswedstrijd te zien krijgen. Het tweede voordeel van de regelgeving is dat het materiaal eigenlijk onbelangrijk is of wordt, waarmee jan-met-de-pet net zo goed en zo hard mee kan doen als iemand die zwaar gesponsord wordt. Eerlijk is eerlijk, lang heb ik getwijfeld over het nut van de regels, maar voor mezelf heb ik de voorzichtige conclusie getrokken dat daarmee de essentie van het wielrennen behouden blijft en dat het niets te maken heeft met het tegenhouden van vooruitgang.

Vooruitgang is niet altijd verbetering

Naschrift. Niet geheel verrassend, zeker gezien de prikkelende titel wordt dit blogartikel geregeld ‘besproken’ op diverse ligfietsforums. Sommigen denken dan dat het geheel negatief uitvalt voor de ligfiets (niet de bedoeling van dit stuk) en reageren dus heel direct op details (de genoemde nadelen van de ligfiets of sec de titel) en denken dat ik iets tegen ligfietsen heb (wat niet zo is).

Anderen daarentegen hebben door wat de essentie is: de competitie voor ligfietsen is dodelijk saai, zeker voor de kijker, júist door het grote voordeel van de ligfiets, de verminderde luchtweerstand! Hulde voor degenen die wél snappen wat er bedoeld wordt

Quemo zegt:

Laat ik maar happen:

Prachtig stuk maar…..

Punt 1: hoog of laag, mensen zien je toch niet als ze niet kijken. Daar heeft ook de racefietser mee te maken en zelfs stadsbussen. Wat betreft het zelf kunnen zien: uiteraard kan een auto voor het zicht van een ligfietser op een low-RACER een forse belemmering zijn maar in de regel valt het reuze mee. Ik zou zeggen: ga er eens op liggen en ervaar het zelf.

Punt 2: hier heb je wat mij betreft best een goed punt.

Punt 3: inklikken heb ik doorgaans echt geen problemen mee. Zeker als ik met m’n velomobiel rijd. Dat ding heeft 3 wielen. Stabiliteit is dus geen issue dus al zóu ik een prutser zijn qua inklikken, dan zou ik nog de tijd van de wereld hebben zonder om te vallen.

Punt 4: hier zeg ik ook: probeer het maar eens voor de gein. Hoewel je zeker een punt hebt, valt het toch nog reuze mee. Via de bodem (onder de voeten/trappers) zitten bij de meeste exemplaren zogenaamde ‘voetgaten’ waarlangs een aangename luchtstroom naarbinnen komt, die langs het lichaam loopt om vervolgens over de schouders, langs het hoofd weer naar buiten stroomt. Verder kan het hoofd netjes buiten het omhulsel uit steken en dus afkoelen. Met name het hoofd wordt enorm warm tijdens inspanning en is daarom een geschikt ‘koelelement’. Laat dat koelelement nou ook eens netjes in de wind zitten. Goed, nou lieg ik een beetje want ook het hoofd wordt soms buiten de wind gehouden met behulp van ‘spoilers’ in de vorm van een vizier aan de voorkant die de luchtstroom omhoog stuurt of een racekap waar het hoofd binnen valt. Maar de luchtstroom langs het lichaam is natuurlijk wel belangrijk. Leuk punt trouwens: Bij warme, zonnige dagen kan zo’n gestroomlijnde ligfiets met dak wel eens koeler zijn dan met een ‘open’ fiets omdat je geen direct zonlicht op je bast hebt maar wel de koeling. En ja, ervaring. Het ligt een beetje aan de omstandigheden.

Punt 5: Wat is hier eigenlijk je punt? Jij kan meer kracht zetten omdat je uit het zadel kan komen? Ohnee, toch niet want de ligfietser kan z’n knieën aan prut rijden (helemaal waar). Zolang de racefietser z’n knieën niet aan prut kan rijden onder invloed van z’n eigen zwaartekracht, kan de ligfietser nog altijd méér kracht zetten tot het punt waar hij dus wel z’n knieën aan prut rijdt. Kortom: qua kracht geen voordeel maar alleen qua verknallen van de knieën. Wat dat betreft geldt gewoon: luister naar je lichaam en zorg voor een hoge kadans.

Ik wil nog best een nadeel erbij plaatsen. In Nederland lang niet altijd echt relevant maar toch. Zeker met de gestroomlijnde fietsen heb je vaak al heel wat kilogrammen meer mee te zeulen. Op lange rechte stukken geen probleem maar met optrekken en zeker heuvel op rijden is dat nadelig ten opzichte van de lichte racefietsen.

Wedstrijden kijken, tactieken e.d., ik heb er geen verstand van maar kan me vinden in je verhaal.

Wat betreft de UCI? Tja, dat kinderachtige clubje zal ik verder maar geen woorden aan vuil maken want daarin valt je antwoord te vinden op waarom mensen niet op ligfietsen rijden.

Ligfietsen, racefietsen, mountainbikes, etc. Ze hebben allemaal hun eigen doel en toepassing. In mijn geval neem ik de nadelen voor lief omdat de voordelen zwaarder wegen voor mij. Een ander kan een ander lijstje hanteren. Mooi dat er zoveel keuze is.

En omdat ik graag hap dus een reactie die mooi aansluit bij je laatste stukje tekst. En nee, ik heb het niet expres op deze manier geschreven want ik was al aan het typen voordat ik bij je laatste alinea’s aan kwam. Je hebt ons (of in ieder geval mij) goed in de smiezen.

Maar blijf vooral op de standaard racefietsen rijden en dan zeker de sterkere rijders. Dan heb ik zo af en toe wat na te jagen en eruit te rijden waarbij ik overigens (in tegenstelling tot wat jij schrijft) de oorzaak van de winst wel bij m’n fiets plaats en niet bij mezelf en zélfs durf toe te geven dat een racefietser sterker is dan ik, ook al heb ik hem zojuist eruit gefietst waarbij ik bovengemiddeld veel inspanning heb moeten leveren.

Maar racefietser, bukfietser, mountainbiker, of welke fietser dan ook, goed om te zien dat mensen deze geweldige apparaten (fietsen in elke vorm) gebruiken. Kies dat waar je je prettig bij voelt.